Onderzoek ondersteunt de kwaliteit en de afzet

Blijven optimaliseren wat betreft duurzaamheid, kwaliteit en toepassingsgebieden, blijft dé doelstelling. Niet alleen van Vlaco, ook onze leden en verschillende internationaal overkoepelende projectgroepen gaan dagelijks die uitdaging aan. Hieronder enkele projecten waar ook Vlaco actief bij op de kar sprong in 2018!

NPirriK

Vlaanderen Circulair-project van het eerste uur (start in 2017) liep grotendeels over het jaar 2018. Met dit project, aangevraagd door biogasinstallatie-exploitant Tim Keysers (Arbio Bvba) en ondersteund door Vlaco, wordt een voor de sector vernieuwende nabehandeling van digestaat uitgeprobeerd. 

NPIRRIK
Het project NPirriK is een technologisch, innovatief antwoord op enkele van de grote uitdagingen die de biogassector in Vlaanderen kent (verstrengde milieuwetgevingen, toenemende mestdruk, toegenomen prijzen voor inputstromen, druk op de afzetprijs van digestaatproducten, afgenomen exploitatiesteun voor de productie van groene energie,..).

Klassiek wordt in de biogassector, na de vergistingsfase, het digestaat gescheiden in een dikke en dunne fractie waarna de warmte van de warmtekrachtkoppeling wordt gebruikt om de dikke en/of dunne fractie in te drogen/dampen, en/of waarna de dunne fractie in een biologie wordt ontdaan van quasi alle aanwezige stikstof. Deze nabehandelingen geven dan aanleiding tot enerzijds een dikke of gedroogde fractie met relatief lage N of N/P-ratio en anderzijds een (ingedampte) dunne fractie of een van stikstof ontdaan effluent. 

Samen met Vlaco als ondersteunende partner zaten ook de Bodemkundige Dienst van België, Agri-Fert, en technologie-leveranciers Turbin en Dorset in het Vlaanderen Circulair-traject.

Schema NPIRRIK
Arbio opteerde in 2017 voor een opstelling die het nabehandelde digestaat beter zou valoriseren

Met een totale doorlooptijd van 15 maanden was het voor Arbio kwestie van snel de investeringen in de omgekeerde osmose (RO) en een backmix te realiseren. De nabehandeling start bij de zeefbandpers waaruit drie fracties worden afgeleid: de dikke fractie (20 %), de dunne fractie (20 %) rechtstreeks naar de biologie en een ‘waterige fractie’ die na een decantator-tussenstap grotendeels wordt geleid naar de RO. Na de RO wordt het concentraat gebruikt, via de backmix, om terug te mengen in het droogproces van de dikke fractie. Hierdoor gaat er geen stikstof verloren (biologie) maar wordt de stikstof terug naar de gedroogde dikke fractie gebracht met aldus een hogere N-inhoud en N/P-verhouding.

Met NPirriK’s unieke nabewerkingscascade is Arbio er in geslaagd de nutriënten te behouden en optimaler te sturen naar een gedroogd digestaat. Door een additionele persing is het soortelijk gewicht  bovendien hoger – en transportkost per kg nutriënt lager – hetgeen verdere transporten vergemakkelijkt. Ook voor Vlaamse land- en tuinbouw is een pellet met hogere N/P-ratio een interessant product want meer conform de nutriëntenbehoefte van de meeste gewassen. De pellet is veel ruimer inzetbaar in het strenger wordende kader van de bemestingsnormen. Bovendien kan dergelijke pellet ook gemakkelijk met een kunstmest- of kalkstrooier of zelfs manueel toegepast worden.

  • In het NPirriK-opzet wordt dus minder dunne fractie digestaat door de biologie behandeld, minder stikstof als lachgas de lucht in geblazen, en is er nu een van stikstof en fosfor ontdaan RO-effluent dat beschikbaar is als irrigatiewater voor nabije percelen in tijden van bijvoorbeeld droogte.  Dit Arbio-concept is op termijn mogelijks toepasbaar in alle types biologieën en zou kunnen bijdragen aan een afbouw van de biologieën, waar ook het beleid naar streeft. Het recupereren in plaats van elimineren (en lokaal hergebruiken) van nutriënten, waardoor minder minerale stikstof dient te worden geïmporteerd, is de (circulaire) toekomst.
  • Overeenkomstig de aanbevelingen van VLM om in tijden van droogte (en niet opgebruikte nitraat-reserves in de bodem) slechts voorzichtig of niet bij te bemesten, biedt het RO-effluent zeker ook potentieel als mogelijke irrigatiestroom. Dit kan een belangrijke troef zijn naar aanleiding van de klimaatwijziging.

Na ruim een jaar NPirriK mag gesteld worden dat de installatie van de nieuwe nabehandelingstechnologie geslaagd is. Het concept wekt zeer veel interesse op, zowel binnen als buiten Vlaanderen. De jury van de Ivan Tolpe-prijs in 2019 heeft NPirriK van Tim Keysers (Arbio) bekroont met de eerste prijs!

UNIR  

UNIR

Spuiwater wordt verspreid

Nutriëntenrecuperatie uit dierlijke mest en andere biomassa(rest)stromen is een speerpuntdoelstelling in Vlaanderen, maar botst op knelpunten inzake technieken, wetgeving, rendabiliteit en/of maatschappelijke draagkracht. UNIR is dan ook een innovatief project dat volledig past in het Vlaamse beleid. Het project UNIR van biogasinstallatie-exploitant Biogas Bree werd eind 2018 goedgekeurd in het kader van Vlaanderen Circulair.

UNIR beoogt ammoniumsulfaat, meer bepaald het ‘spuiwater’ uit chemische luchtwassers van biogasinstallaties en varkensstallen, te laten doorbreken als vervanger van chemische meststoffen, in maïs en andere teelten. 

Veel landbouwers in Vlaanderen gebruiken de chemische luchtwasser in hun stallen om ammoniak-emissies te beperken. Ook waar mest of digestaat worden gedroogd kan de afvoerlucht met zwavelzuur worden ‘gewassen’.  Het bijproduct is ammoniumsulfaat, een vloeibare minerale stikstof-zwavel-meststof met als voordeel dat het in Vlaanderen als ‘kunstmeststof’ wordt beschouwd en dus niet in concurrentie treedt met dierlijke mest en bovenop de dosis van 170 kg N/ha kan worden toegepast.

Door fossiele chemische meststoffen te vervangen, zal het gebruik van ammoniumsulfaat leiden tot een lagere CO2-voetafdruk van NS-bemesting. Met het relatief hoog gehalte aan zwavel kan het ammoniumsulfaat de zwavelbehoefte van diverse gewassen (bv. koolgewassen, uien, selder, prei, granen, suikerbieten, maïs,...) perfect invullen. Door een historische afname van de verzuringsproblematiek en zure regen neemt overigens de ruimte voor zwavelbemesting de laatste jaren weer toe, temeer daar er overwegend zwaveltekorten zijn op Vlaamse akker- en weilanden. 

Ongeacht al deze troeven wordt het ammoniumsulfaat nog onvoldoende gewaardeerd. UNIR doelt op het centraliseren van de opslag, homogenisatie en additionele filtratie van het ammoniumsulfaat, en een optimalisatie van het gebruikelijke sproeisysteem tot een bemesting met sleepslangsysteem gemonteerd op een sproeier. Door, tot slot, deze dienst aan te bieden aan telers in de streek Noordoost-Limburg wil het project ammoniumsulfaat positief valoriseren.

De verschillende partners in het project zijn, naast Biogas Bree en Vlaco, de agrarische bedrijvenzone Agropolis, VCM, loonwerker Broekx, de Boerenbond en de Bodemkundige Dienst van België. Dit is een  sterk partnerschap waarin de hele keten vertegenwoordigd is, van onderzoeksinstellingen tot varkenstelers, akkerbouwers, loonwerkers, en biogasinstallaties. Met partners als VCM en Boerenbond weten we ons verzekerd van een goede kennisverspreiding van UNIR en zijn resultaten. 

Eind 2018 werden de eerste werkpakketten opgestart rond inventarisatie van de vraag naar en het aanbod van ammoniumsulfaat in Limburg (Agropolis). Vanaf 2019 volgen de eerste reeks veldproeven op graslanden en maïspercelen.

NUTRIMAN

Nutriman
NUTRIMAN is een thematisch netwerk en staat voor Nutrient Management and Nutrient Recovery Thematic Network. Het consortium van 14 leden, waaronder Vlaco, uit 9 verschillende landen organiseerde in oktober 2018 de kick-off te Brussel. 

Landbouw en de levensmiddelenindustrie zijn voor hun productie sterk afhankelijk van hulpbronnen (energie, grondstoffen en water) en streven naar duurzaamheid op lange termijn. Er is nood aan meer efficiëntie en concurrentievermogen en aan het sluiten van de hulpbronnenkringlopen. Een toekomstgerichte en kennisgedreven landbouw moet dan ook de stikstof- en fosfor-kringlopen verduurzamen. Met de Europese meststoffenverordening zal de handel en gebruik van organische nutriënten overigens een sterkere groei kennen. Hierop speelt NUTRIMAN, gecoördineerd door Terra Humana Ltd., in. Het project richt zich op het verzamelen van kennis en de uitwisseling ervan , over beste praktijken en methoden voor innovatieve biologische en low-input landbouw, met kostenefficiënte en veilig teruggewonnen innovatieve N/P-meststofvoorziening. 

Het project loopt over 30 maanden (t/m 4/2021) en heeft tot doel om de kloof te dichten tussen enerzijds wetenschappelijke kennis rond innovatieve, beschikbare nutriëntrecuperatie-technieken en –producten en anderzijds de inzet door de Europese landbouwer. Hiermee wil het consortium inspelen op de noden van boeren in de evolutie naar een duurzamer en meer circulaire economie.

Vlaco neemt deel aan verschillende werkpakketten en zal voor compostering en vergisting, nabehandelingen en de eindproducten ervan haar steentje bijdragen in de kennisdisseminatie. Hiervoor zullen we inventariseren, vertalen, tutorials en webinars maken en toonmomenten organiseren – o.a. in samenwerking met UGENT, Inagro, PCS en ILVO.

Vlaco is blij aan dit ambitieus traject te kunnen deelnemen omwille van zijn sterke troeven: vraaggedreven, een praktische bottom-up aanpak inzake disseminatie, ondersteund door vele partners (multi-actor) en vele bestaande netwerken (multi-network), en de inherente bijdrage aan een grondstof-efficiëntie en gezondere bodems. Dit project ontvangt financiële ondersteuning van het Europese Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma onder de Toelage Overeenkomst nr. 818470 en wordt gecoördineerd door  nutriëntrecuperatie S&T senior project leider Edward Someus.

Meer info op onze website en Nutriman.net

 

Terug naar het activiteitenverslag 2018